Regulitis logo negatief

De patrimoniumtaks (=‘taks op de vzw’s’)

Publicatiedatum: 

december 14, 2023

11/01/2024

 

Wat hebben verenigingen hiermee te maken?

De jaarlijkse ‘taks op de vzw’s’, de patrimoniumtaks, is een taks tot vergoeding van de successierechten die in het geval van een vzw niet geheven kunnen worden. De taks is van toepassing op vzw’s, private stichtingen en internationale vzw’s.

De belasting wordt berekend op basis van het geheel van de bezittingen die een vzw in eigendom heeft (bijv. gebouwen, auteursrechten, …). Vzw’s moeten daarvoor dus eerst een lijst opstellen (volgens het Wetboek der Successierechten) van de bezittingen die in aanmerking komen voor de taks, de zogezegde “massa der goederen”.

 

In principe zijn alle vzw’s onderworpen aan de jaarlijkse patrimoniumtaks. Er zijn wel (nieuwe) uitzonderingen op basis van vermogen of sector waarin men actief is.

 

Voor de patrimoniumtaks voor vzw’s, zijn volgende tarieven van kracht (28 DECEMBER 2023. – Wet houdende diverse fiscale bepalingen):

  • tot €50.000:  vrijgesteld
  • €50.000,01- €250.000:  0,15%
  • €250.000,01 – €500.000:  0,30%
  • €500.000:  0,45 %

 

Er is echter een soort ‘neutraliseren’ van de zorg-, sport-, jeugd- en cultuursector. Hierbij wordt 37,7% van het vermogen in aanmerking genomen om de patrimoniumtaks te berekenen. Om te bepalen welke organisaties voor deze gedeeltelijke vrijstelling in aanmerking komen baseert men zich op de btw-wetgeving. Wie in de BTW-regeling (W.Btw, art. 44 – 44bis. Andere vrijstellingen) een vrijstelling geniet zal dus minder patrimoniumtaks moeten betalen.

De aangifte van de patrimoniumtaks kan digitaal gebeuren. Wie vrijgesteld is van de patrimoniumtaks moet geen nihilaangifte doen. (wijzigingen zijn van kracht sinds 1 januari 2024)

 

Is er nog een probleem?

Wat het nieuwe wetsvoorstel betreft zijn we tevreden dat de vrijstelling verhoogd werd van €25.000 naar €50.000, dat de aangifte digitaal kan verlopen en dat organisaties die geen taks verschuldigd zijn ook geen aangifte meer moeten doen. We kunnen dus stellen dat heel wat kleine organisaties erop vooruitgaan.

 

We maken ons wel zorgen over organisaties die gebouwen bezitten of een erfpachtovereenkomst hebben. Voor hen stijgt de taks van 0,17% naar 0,30% of 0,45%, naargelang de waarde van hun bezittingen. Voor een organisatie met een patrimonium van €500.000 betekent dit een jaarlijkse belasting van 2.250 euro. Het is niet omdat een organisatie een gebouw bezit of een erfpachtovereenkomst heeft dat ze over voldoende liquide middelen beschikt om deze taks te betalen.

De gebouwen die organisaties in onze sectoren bezitten, werden niet aangekocht als een belegging in vastgoed maar zijn functioneel om de werking te realiseren. Als een organisatie de taks niet kan dragen en gebouwen moet verkopen, wordt er dus geknipt in de werking of moet men beroep doen op de huurmarkt.

Denk maar aan een gebouw met ruimte voor vormingsactiviteiten, groepsbijeenkomsten, repetities, en dergelijke. Maar ook aan het bezit van muziekinstrumenten, filmcamera’s, opname- en technisch materiaal, hybride vergaderapparatuur, enz…

 

Andere heikele punten…

  • De ‘digitale aangifte’ is eigenlijk gewoon hetzelfde formulier als de pdf …
  • Bij de bepaling van het vermogen, moet de verkoopwaarde van gebouwen, goederen, …opgenomen worden. De balans van de vzw vermeld echter de aankoopwaarde. Een herwaardering vraagt dus eigenlijk een jaarlijkse schatting van bijv. het gebouw in eigendom. Het is onrealistisch en onhaalbaar om aan alle vzw’s een jaarlijkse officiële herschatting te vragen. Daarenboven riskeert een vzw bij onderwaardering van haar vermogen een fikse boete.

 

Welke verenigingen hebben hier last van?

Alle vzw’s in de sectoren sociaal-cultureel werk, amateurkunsten, jeugdsector, sportsector.

 

De oplossing? 

 

  • Schaf de patrimoniumtaks af. Grotere vzw’s worden door de hervorming volgens ons onterecht extra belast. Een taks op vermogen is zeker gerechtvaardigd indien dit vermogen een rechtstreekse verrijking van eigenaars of aandeelhouders, tot doel heeft. Maar sociaal-culturele, amateurkunsten-, jeugd- en sportorganisaties, hebben geen persoonlijke verrijking tot doel. Het is – integendeel – een investering in de gemeenschap. Bezittingen worden benut ten voordele van deelnemers, amateurkunstenaars, publieke sporters en jongeren. Hen daarop extra belasten, lijkt op een bestraffing van hun werking.
  • Als de patrimoniumtaks blijft bestaan, zorg dan voor een gebruiksvriendelijke tool voor de aangifte. Koppel deze bij voorkeur aan het verenigingsloket en aan een digitale neerlegging van de jaarrekening.

 

Wie kan dit oplossen?

Federaal minister van Financiën.

Deel

X
LinkedIn
Facebook
Print Friendly, PDF & Email