Wat is het probleem?
Vzw’s en feitelijke verenigingen melden in toenemende mate moeilijkheden om een (spaar)rekening te openen bij een bank. Daarnaast zijn er alsmaar meer meldingen van vzw’s die hun rekening eenzijdig en zonder uitleg afgesloten zien door hun bank.
De belangrijkste oorzaak hiervan zou het feit zijn dat banken wettelijk verplicht zijn om een extra controle te doen op de UBO van hun klanten (zie ook regulitisfiche UBO). Vzw’s moeten daartoe documenten invullen die de bank hen bezorgt. Die documenten zijn opgesteld voor vennootschappen en bijzonder complex. Voor vzw’s zijn ze onbegrijpelijk.
(op 10 april 2024 schreef Apache een boeiend artikel over deze problematiek)
Waarop botsen verenigingen?
Banken moeten zich houden aan Europese bankreglementering (wet op bestrijding terrorisme en witwasoperaties…). Deze wetgeving verplicht banken om een extra controle te doen op UBO. Ze sturen vzw’s documenten op. Als die documenten niet of niet snel genoeg ingevuld worden, worden rekeningen (vaak eenzijdig en zonder motivatie) afgesloten.
De banken lijken sinds ruim een jaar steeds strenger op te treden en vooral driestere conclusies te trekken. Voor verenigingen leidt dit tot complexe, vaak schrijnende, situaties.
De vraag stelt zich ook of het wel de rol is van (private) banken om sanctionerend op te treden, temeer omdat heel wat vzw’s in orde zijn met hun UBO-register en dus wettelijk volledig in orde zijn (!).
In 2023 deed de Impactcoalitie een bevraging naar ervaringen van organisaties. Het onderzoeksrapport dat op basis van de bevraging opgesteld werd, schetste een onthutsend beeld over zowel de omvang van het probleem als over de houding van de banken.
Een andere bank kiezen lukt meestal ook niet want andere banken zijn niet happig om een rekening te openen voor een vzw die elders buitengezet werd.
Een vzw kan dan aankloppen bij de ‘universele bankendienst’ (een feitelijke vereniging kan dat niet, nvdr), maar pas nadat je driemaal door een verschillende bank geweigerd bent. Bovendien is die universele bankendienst maar beperkt in mogelijkheden én kan een bank die in bepaalde omstandigheden ook weigeren. Eén van de redenen om die te weigeren is … de antiwitwaswetgeving…
Welke verenigingen hebben hier last van?
Vooral kleinere vzw’s (en feitelijke verenigingen) worden geconfronteerd met weigering van bankentoegang. Vaak zijn het lokale vzw’s of afdelingen van een vereniging bijvoorbeeld. Het gebeurt in alle sectoren. Vaak worden ze gerund door vrijwilligers die plots de melding krijgen dat de bankrekening van hun organisatie geblokkeerd zal worden. Dit zorgt voor onbegrip, verwarring, onnodige kopzorgen en een stevige aantasting van hun vrijwillig engagement. NGO’s en sociaal-culturele organisaties van en voor mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond lijken hier extra problemen mee te hebben. Die blijken voor veel banken ‘extra verdacht’.
Belangrijk om te melden is dat niet enkel vzw’s hierover klagen. Ook Febelfin, de federatie van de banken in België, signaleert een groeiende problematiek hierover bij de banken. Want banken mogen zich niet enkel baseren op de gegevens in het UBO-register. Ze moeten de informatie afzonderlijk opvragen bij elke (nieuwe) klant. Zowel voor banken als vzw’s is dat dus dubbel (en complex) werk.
De oplossing?
De oplossing bestaat uit 2 elementen. Een eerste – en de beste en meest fundamentele – is de aanpassing van de antiwitwaswetgeving op Europees en Belgisch niveau en dus een vereenvoudiging van de UBO-aangifte (zie regulitisfiche rond UBO).
Een tweede, op kortere termijn, is een andere aanpak door de banken. Want noch de anti-witwaswet, noch KBO, noch het anti-witwasreglement van de NBB bevat een precieze, uniforme en dwingende opsomming van de bewijsstukken of betrouwbare en onafhankelijke informatiebronnen die kunnen of moeten worden gebruikt om te voldoen aan de verplichting tot verificatie van de identiteit van de betrokken personen. Dat betekent dat die aanpak aangepast kan worden en dat men dus niet strenger moet zijn dan nodig. De extra controle die banken moeten doen op UBO’s van hun klanten zijn preventief bedoeld, terwijl ze nu volop aan ‘de-risking’ doen bij vzw’s en hun sancties allesbehalve gradueel en proportioneel zijn. Tot slot is de aanpak en communicatie van de banken allesbehalve klantvriendelijk. Enige argumentatie en motivatie in een taal die modale vrijwilligers kunnen begrijpen, is een minimum vereiste.
Concreet pleiten we ervoor dat Febelfin (of een andere actor met gezag bij de banken) een aangepast en begrijpbaar modeldocument voor vzw’s opstelt. Want de complexe regelgeving die van toepassing is op vennootschappen, kan niet zomaar onaangepast toegepast worden op vzw’s en feitelijke verenigingen. Banken kunnen zo’n aangepast model gebruiken waardoor zij in orde zijn met de antiwitwaswetgeving én vzw’s begrijpen wat ze moeten doen.
Tegelijk vragen we dat (bijvoorbeeld) Febelfin een handleiding opstelt. Met richtlijnen inzake (0) de-risking bij vzw’s en feitelijke verenigingen (1) proportionaliteit (2) procesaanpak (= vzw’s voldoende kansen geven en niet te snel rekeningen afsluiten) (3) belang van duidelijke argumentatie in mensentaal en (4) dito communicatie. Het is aan te bevelen dat dit met inspraak van federaties van verenigingen gebeurt.
Als Febelfin talmt, moeten ze door de minister van Financiën aangespoord worden. Mogelijk kan ook de FMSA (= toezichthouder op de financiële sector) hierin een rol spelen.
Wie kan dit oplossen?
Federaal minister van Financiën.
In essentie is de UBO-verplichting voor vzw’s het onderliggende probleem, dus zie ook de oplossingen in de regulitisfiche over UBO.